De grootste bedreiging voor 'Europa' wordt vandaag niet gevormd door de buitenwereld (Amerika, Rusland, China, Japan), waarmee het moet concurreren, maar komt van zijn eigen burgers, die met alle middelen verhinderd moeten worden om zich uit te spreken over 'Europese' zaken. Weet u wat de voornaamste reden is waarom Zwitserland een zelfstandig eiland van niet-integratie binnen de geografische Europese ruimte is gebleven? Het is omdat de Zwitsers zich hebben doodgeërgerd aan de besprekingen die ze ooit, vele jaren geleden, gevoerd hebben met 'Europa' over hun eventuele toetreding. De eerste en onbespreekbare eis van 'Europa' was dat de Zwitsers hun eeuwenoude gewoonte om beslissingen te nemen bij referendum zouden afzweren. De eis die 'Europa' aan Zwitserland stelde was: weg met de democratie. In het toetredingsverdrag moest staan dat geen enkele beslissing van de Europese instellingen ooit het voorwerp kon uitmaken van een referendum in Zwitserland. Daarop haakten de Zwitsers af, kennelijk voor eeuwig en altijd.
De democratie is Europa's vijand
Ooit, in ver vervlogen tijden, was 'Europa' een redelijk idealistische bedoening. Hoewel bijvoorbeeld wezenlijk antisocialistisch, waren staatsbehoudende 'linksen' er de grote promotors van, als een soort nieuw paradijs ter concurrentie van het door het bolsjewisme van zijn kant exclusief geclaimde socialistische paradijs – een onzinnige gedachte die vanzelfsprekend alleen maar tot zware ontgoocheling heeft geleid. Het andere idealistische aspect van 'Europa' was aanvankelijk dat de samenwerking en versmelting van de betrokken landen elk gevaar voor een nieuwe oorlog in Europa zou wegnemen. Deze legitimering bestaat vandaag niet meer, evenmin als die van het opbouwen van een Europees sociaal paradijs. Niemand kan serieus beweren dat wij voorstanders moeten zijn van een Europese grondwet om oorlog tussen Frankrijk en Duitsland te voorkomen, en nog minder dat deze grondwet ook maar een kleine bouwsteen zou aandragen voor een sociale welvaartsstaat.
Het gevolg van al dit falen en de vele ontgoochelingen is dat 'Europa' nog weinigen aanspreekt. Hieruit is voortgekomen dat 'Europa' onverenigbaar is geworden met de democratische staatsopvattingen. De Europese Commissie is een door een beperkt aantal staatslieden benoemd orgaan. Grote macht berust bij de verzameling van regeringsleiders, die de functies vervullen die in staten tot de bevoegdheden van het parlement behoren, maar dit Europese 'parlement' van regeringsleiders vergadert dan wel altijd met gesloten deuren. Pottenkijkers zijn ongewenst. Het enige enigszins democratische orgaan dat 'Europa' kent, het Europees parlement, beschikt over geen noemenswaardige bevoegdheden, al kan het soms optreden als een stoorzender. Overigens is de democratische legitimiteit van dit 'parlement' dan nog zeer beperkt door het geringe aantal kiezers (zelden meer dan de helft) dat deelneemt aan Europese verkiezingen in landen zonder opkomstplicht.
Nu is er weer zo'n 'Europees' spelletje van 'weg met de democratie' aan de gang. Het gaat om het verdrag dat in de maak is (het is, op enkele details na, helemaal klaar) ter vervanging van de fameuze Europese grondwet die gestrand is op het 'neen' van Nederlanders en Fransen in de referenda die daarover in hun land werden gehouden (1 juni 2005), en dat in vele andere landen eveneens verworpen zou zijn als men het aangedurfd had om daar een referendum te organiseren (met name geldt dit voor Groot-Brittannië, Denemarken, Duitsland, Tsjechië, en haast zeker ook voor Vlaanderen). Sinds men begonnen is met het opstellen van een nieuw verdrag ter vervanging van de verworpen grondwet, gaat de hoofdzorg van de 'Europese' regeringsleiders uit naar de vraag: hoe kunnen we de instellingen, de opinie en alles wat daarrond draait, zo manipuleren dat er nergens een referendum plaatsvindt? Wat moeten we doen om het volk buiten de besluitvorming te houden en het een verdrag in de strot te duwen dat het haast zeker niet wenst, al was het maar omdat het volk in vele landen totaal gedesillusioneerd is inzake 'Europa'?
'Europa' ziet zijn actie tegen de referenda met succes bekroond. Alleen Ierland is door zijn grondwet verplicht om het volk te raadplegen, maar men verwacht niet dat dit zal tegenstemmen. Overal elders is het referendum afgewezen. In Frankrijk heeft president Sarkozy gewoon medegedeeld dat het er niet komt, en aangezien hij in het parlement beschikt over een volgzame meerderheid, is daarmee het laatste woord hierover gezegd. In Nederland dreigt het vraagstuk tot een probleem te leiden in de PvdA van vicepremier Bos, maar uiteindelijk zal een meerderheid in het parlement het referendum afwijzen, ook al betekent dit dat de PvdA (die de eis voor een referendum in haar programma had staan) daar bij de volgende verkiezingen electoraal zwaar voor zal boeten. In Engeland had premier Blair beloofd dat de Europese grondwet aan een referendum onderworpen zou worden, maar zijn opvolger, premier Brown, zegt nu dat het nieuwe verdrag geen grondwet meer is en hij de belofte van Blair niet dient na te komen. Er bestaat twijfel over de vraag of Brown voor het afwijzen van het referendum een meerderheid zal vinden in het Lagerhuis. Mocht dat niet het geval zijn, dan houdt de regering – die weet dat de kiezers tegen het verdrag zouden stemmen – een noodoplossing achter de hand: het referendum zou niet over het verdrag gaan maar over het lidmaatschap zelf van de Europese Unie, en dat haalt wél een meerderheid, waarna beweerd kan worden dat hierdoor meteen het verdrag werd goedgekeurd. Tsjechië zou wel een referendum wensen, maar is bang om als enige het verdrag af te wijzen en vreest de consequenties daarvan niet aan te kunnen.
Wat een trukendoos! Volgens The Economist (28.04.2007) 'sidderen en beven de Brusselse eurocraten van angst' bij de gedachte dat er toch ergens in hun 'Europa' een referendum zou plaatsvinden, want volgens de geldende Europese normen is een verdrag van de baan als het ook maar in één land wordt weggestemd. En vergeet nu vooral niet dat Verhofstadt, die roterend voorzitter was van de Unie toen in Laken besloten werd om een grondwet (thans een verdrag geworden) op te stellen, aan het hoofd van zijn ambtsgenoten triomfantelijk verklaarde dat hiermee de wens van de burgers vervuld werd, want dat de grondwet of het verdrag zou zorgen voor een betere communicatie tussen het bestuur van 'Europa' en zijn onderdanen. Dus, de grondwet was er nodig voor de burgers; sinds de burgers die grondwet niet meer willen, is wat ervoor in de plaats komt, ook nodig – alleen staat er niet meer bij voor wie.
Uit het Journaal van Mark Grammens, 16.10.2007